We spreken van een beurscrash (of beurskrach) wanneer aandelenkoersen plotseling (zeer) sterk dalen. Deze plotselinge daling gaat vaak gepaard met paniek en een hoop onrust. Een beurscrash is niet hetzelfde als een bearmarket. Bij een bearmarket gaan aandelenkoersen langere tijd gestaag omlaag. Bij een beurscrash gebeurt deze daling plotseling en explosief.
Valt een beurscrash te voorspellen?
Achteraf is het vaak makkelijk om de oorzaken van een beurscrash aan te wijzen. Een crash ontstaat door verschillende factoren. Factoren en gebeurtenissen die op zichzelf niet direct tot een beurscrash leiden. Maar wanneer er een cocktail van omstandigheden ontstaat die de markt verstoren, en de markt hier vervolgens sterk op reageert, kan het misgaan. Natuurlijk kun je leren van de omstandigheden die in het verleden tot een beurscrash hebben geleid. Toch zie je dat bij iedere crash er weer nieuwe omstandigheden zijn die de crash veroorzaken.
Wat veroorzaakt een beurscrash?
Een beurscrash kan worden veroorzaak door verschillende factoren. Hieronder behandelen we een aantal daarvan:
Zeepbeleffect
Een zeepbel ontstaat door overwaardering van aandelen. Dit kan voorkomen bij één specifiek aandeel, binnen een sector, of marktbreed. Hoe groter de zeepbel, hoe groter het effect op de markt zal zijn. Een grote zeepbel kan op die manier ook een beurscrash veroorzaken.
Bij een zeepbel zijn beleggers overmoedig. Wanneer de koers van aandelen snel stijgt wil men meeliften op het succes. De onderliggende waarde van het beleggingsproduct wordt uit het oog verloren en staat totaal niet meer in verhouding met de koers van het product. Wanneer de markt vervolgens het vertrouwen verliest, keldert de koers en op dat moment wil iedereen zo snel mogelijk van zijn beleggingsproduct(en) af. Om geen verlies te lijden, of om het verlies te beperken wordt in paniek alles verkocht.
Rampen of politieke instabiliteit
De aanslagen op het World Trade Center, de oorlog in Oekraïne, lockdowns tijdens de coronapandemie; ze hebben allemaal effect op het beursklimaat. Bij gebeurtenissen die de wereld op zijn kop zetten, gaat vaak ook de beurs onderuit. Ze zorgen voor paniek bij beleggers die vervolgens hun aandelen verkopen uit angst dat deze hun waarde zullen verliezen.
Handel met hefboomeffect
Handelen met marge brengt risico met zich mee. Wanneer markten omlaaggaan, gaan beleggingsproducten met een hefboomeffect nog harder onderuit. Het risico hiervan is dat beleggers hun posities verplicht met verlies moeten verkopen. Door massale verkoop gaan de beurskoersen nog harder onderuit. Wanneer er op grote schaal handel plaatsvindt met beleggingsproducten die een hefboomeffect hebben, kan er een beurscrash ontstaan.
Beurscrashes uit het verleden
In het verleden hebben verschillende grote beurscrashes plaatsgevonden.
Wall Street crash van 1929
Op donderdag 24 oktober 1929 stortte de effectenbeurs op Wall Street in New York volledig in. Deze dag wordt ook wel ‘zwarte donderdag’ genoemd. Deze crash stond aan de vooravond van de Grote Depressie; een wereldwijde economische recessie die van 1929 tot 1939 duurde.
De jaren voor de crash van 1929 kende juist ontzettend veel economische voorspoed. Nadat de eerste wereldoorlog afliep braken de zogenaamde ‘Roaring Twenties’ aan. Een periode van optimisme waarin het economisch goed ging en mensen het juk van de oorlog van zich afwierpen. Het leek alsof aandelenkoersen alleen nog maar omhoog konden terwijl de economische voortekenen van stagnatie zich langzaam aandienden.
In het begin van 1929 stokte de verkoop van auto’s en de huizenbouw liep terug. Op maandag 21 oktober valt de beurs sterk achteruit, maar in de directe dagen daarna vindt er toch herstel plaats. Op donderdag 24 oktober crashet dan uiteindelijk de beurs op Wall Street. In één dag verliest de beurs in New York 15% van zijn waarde. De AEX verliest 12% van zijn koers. In de anderhalve maand die volgt verliest de Dow Jones zelfs bijna 50% van zijn waarde.
Zwarte Maandag 1987
Maandag 19 oktober 1987 staat in de geschiedenisboeken als ‘zwarte maandag’. Op deze dag ging in één dag tijd wereldwijd meer beurswaarde verloren dan (vooralsnog) ooit. Zo’n acht beurzen daalden met 20- 29%, drie met 30-39% (Maleisië, Mexico en Nieuw-Zeeland) en drie met meer dan 40% (Hongkong, Australië en Singapore). De beurs van Hongkong daalde zelfs met meer dan 45%.
Over de oorzaak van deze beurscrash zijn de meningen verdeeld. Waarschijnlijk is het een combinatie van factoren geweest. Als eerste stortte de beurs in Hongkong in elkaar. Daarop volgden bij opening de Europese beurzen en daarna kregen Amerikaanse beurzen de klap te verwerken. In de week vóór de crash was het op de Amerikaanse beurzen al onrustig. De dollar daalde en er was een handelstekort in de VS dat groter bleek te zijn dan aanvankelijk gedacht. Dit leidde tot angst dat de Federal Reserve (de Fed) zou ingrijpen.
Sommige historici geven geautomatiseerde verkoopcomputers de schuld. Deze toen nog nieuwe systemen zouden de crash hebben verergerd doordat ze massaal aandelen met stop-loss constructies verkochten. Hoe meer de prijs van aandelen daalde, hoe meer aandelen er via deze systemen verkocht werden. Dit zou voor een sneeuwbaleffect hebben gezorgd.
Uiteindelijk leverde de crash van 1987 geen decennialange crisis op zoals dat wel gebeurde bij de crash in 1929. Binnen twee jaar na zwarte maandag bereikten de koersen weer het niveau van vóór 19 oktober 1987. Ook kwamen er extra maatregelen om nieuwe crashes te voorkomen. Een van die maatregelen is de mogelijkheid om de beurs tijdelijk stil te leggen. Het idee is dat hiermee voorkomen wordt dat automatische systemen, zoals hierboven benoemd, overgaan tot een spiraal van stop-loss verkopen.
Kredietcrisis 2008
Op 29 september 2008 wijst het Amerikaanse congres een reddingsplan van 700 miljard dollar af om de financiële sector het hoofd boven water te houden. Direct daarna keldert de Dow Jones index met 777,68 punten (de grootste daling qua punten van de index in zijn geschiedenis). De malaise verspreidt zich vervolgens over de hele wereld waarbij banken wereldwijd in de problemen komen en in sommige gevallen omvallen.
De primaire oorzaak voor de kredietcrisis was de huizenmarkt die in 2006 in de Verenigde Staten instortte. Zogenaamde rommelhypotheken werden door banken verstrekt aan huizenkopers. Hierbij werden effecten als onderpand gebruikt. Door een stijging van de rente konden veel huiseigenaren hun hypotheek niet meer afbetalen waardoor ze in de financiële problemen kwamen.
In september 2018 ging de bank Lehman Brothers failliet. Daarop kwam de Federal Reserve met een reddingsplan dat later door het congres werd afgewezen. Als reactie hierop raakte de wereldmarkten in paniek waardoor beurskoersen instortten. Het duurde tot 2013 voordat de beurzen zich volledig wisten te herstellen.
*De informatie in dit artikel is niet geschreven voor adviesdoeleinden en heeft evenmin als doel om investeringen aan te bevelen. Beleggen gaat gepaard met risico's. U kunt (een deel van) uw inleg verliezen. Wij adviseren u om enkel in financiële instrumenten te beleggen die aansluiten bij uw kennis en ervaring.
Open een rekening